DIN 2503 en DIN 2501 zijn beide normen die zijn opgesteld door het Deutsches Institut für Normung (DIN), het Duitse instituut voor standaardisatie, dat flensafmetingen en materialen voor buisfittingen en verbindingen specificeert.
Dit zijn de belangrijkste verschillen tussen DIN 2503 en DIN 2501:
Doel:
- DIN 2501: Deze norm specificeert afmetingen en materialen voor flenzen die worden gebruikt in leidingen, kleppen en fittingen voor nominale drukken variërend van PN 6 tot PN 100.
- DIN 2503: Deze norm behandelt soortgelijke aspecten, maar is specifiek gericht op flenzen voor lasnekverbindingen.
Flenstypen:
- DIN 2501: Omvat verschillende soorten flenzen, waaronderopsteekflenzen, blinde flenzen, lasnekflenzen, Enplaat flenzen.
- DIN 2503: Richt zich primair op lasnekflenzen, die zijn ontworpen voor hogedruktoepassingen en kritische serviceomstandigheden waarbij zware belastingsomstandigheden bestaan.
Verbindingstype:
- DIN 2501: Ondersteunt verschillende soorten verbindingen, waaronder opsteek-, lasnek- en blindflenzen.
- DIN 2503: Specifiek ontworpen voor lasnekverbindingen, die een sterke en strakke verbinding bieden die geschikt is voor toepassingen onder hoge druk en hoge temperaturen.
Drukclassificaties:
- DIN 2501: Omvat een breed scala aan drukwaarden van PN 6 tot PN 100, geschikt voor verschillende drukvereisten in leidingsystemen.
- DIN 2503: Hoewel DIN 2503 de drukwaarden niet expliciet definieert, worden lasnekflenzen vaak gebruikt in hogedruktoepassingen waarbij de drukwaarden kunnen variëren op basis van de materiaal- en ontwerpspecificaties.
Ontwerp:
- DIN 2501: Biedt specificaties voor verschillende flenzenontwerpen, waaronder flenzen met verhoogd oppervlak, plat oppervlak en ringvormige verbindingsflenzen.
- DIN 2503: Richt zich op lasnekflenzen met een lange, taps toelopende naaf, waardoor een soepele stroomovergang van pijp naar flens wordt vergemakkelijkt en een uitstekende structurele integriteit wordt geboden.
Toepassingen:
- DIN 2501: Geschikt voor een breed scala aan toepassingen in industrieën zoals olie en gas, chemische verwerking, waterbehandeling en andere waar leidingsystemen worden gebruikt.
- DIN 2503: Bij voorkeur voor kritische toepassingen waarbij sprake is van hoge druk en hoge temperaturen, zoals in raffinaderijen, petrochemische fabrieken, energieopwekkingsinstallaties en offshore-installaties.
Over het algemeen behandelen beide standaardenflenzenvoor buisfittingen is DIN 2501 algemener van aard en omvat verschillende soorten flenzen en verbindingen, terwijl DIN 2503 specifiek is toegesneden op lasnekflenzen, die vaak worden gebruikt in hogedruk- en kritische servicetoepassingen.
Posttijd: 27 maart 2024